het bedrijf en de mensen (deel 1)
De eerste stap van het internationale transport naar de stadsdienst van HTM in Den Haag was best een ingrijpende stap. De vrijheid op de Europese wegen naar een strak geregelde dienstverlening in de Residentie was een behoorlijke ommekeer. Het is toch HTM geworden. Zoals al eerder geschreven heeft hij (Bart R.) nog net een puntje van de geel-groene bussen meegekregen, oude nostalgische bussen, in dit geval de AEC-558. Naast die oude AEC moest hij het werk gaan doen met die toen gebruikelijke CSA-1, DAF- bussen, wat saaie wijnrode met grijze wagens. In die tijd wist je eigenlijk weinig of niets. Je had een opleiding genoten en daar was eigenlijk alles mee gezegd. In die tijd had je bij de bus twee soorten chauffeur, het ene deel mensen uit allerlei bedrijfstakken zoals schilders, bakkers enz, en een tweede groep mensen afkomstig uit de transportsector. Verder werd de afdeling autobusdienst gedomineerd door oudere chauffeurs, mensen waarvan een groot deel de oorlog hebben meegemaakt en mensen die direct na de oorlog bij HTM aan de gang zijn gegaan en hun schouders onder de wederopbouw hadden gezet. Voor die collega’s hadden wij als ‘broekjes’ ontzag en respect zeker wanneer deze mensen hun verhalen vertelden over de oude HTM- tijd.!
In die tijd hadden we ook nog het bekende zwemvervoer, de school- en verkeerstuinen. De DAF- bussen waren van de serie 101 t/m 300 en daar deden we het werk mee, bussen zonder een Webasto kachel, zonder enige luxe, kale bussen met een sobere uitstraling. Dat betekende dat bij koud weer, bij een begin- of eindpunt, je noodgedwongen werd de motor te laten draaien wilde je enige warmte hebben. En als je dan een kwartier later weer moest vertrekken en je het gaspedaal indrukte dan produceerde de motor zoveel blauwe rook dat je de omgeving bijna niet meer kon onderscheiden. Een afwisseling in dat enigszins monotone werk was de zomermaanden. Het was lijn 28, een zomerlijntje van H.S. naar Scheveningen haven. Op de foto’s in het bijgaande album zien we de eerste oude DAF- bussen uit die tijd. Daarbij ziet u als eerste het grote routebord dat voor lijn 28 noodzakelijk was om de ‘mensen van buiten’ via dat bord te informeren van waar tot waar deze zomerlijn reed.
Het internationale transport maakte uiteindelijk plaats voor een plekje binnen HTM. Veel vrachtwagenchauffeurs hebben deze stap genomen en zijn altijd de spil geweest van het Haagse vervoer.Zoals al aangegeven, veel variatie betreffende het wagenpark in die tijd was er niet, behalve het wijnrood en het grijs. Een eerste belangrijke onderbreking was wel de HTM-268. Begin 1980 was Bart R. begonnen om naast het HTM- personeelsblad ‘Wiel’, een 14-daags tijdschrift te maken ten behoeve van de busmensen met onderwerpen als bussen, het werk, overleggen en vele andere zaken. Het werd een interessant blad met voor elk wat wils op busgebied. We hadden destijds ruim 600 chauffeurs en op een gegeven moment was de oplage zelfs tot ruim 1500 exemplaren gestegen. Heel bus(Neder)land wilde wel een exemplaar van het blad ontvangen, zelfs de gemeente Den Haag, wat tot gevolg had dat HTM- bus heel veel goede contacten verkreeg met collega-bedrijven. Zo werden regelmatig door de redactie van dit blad, HET AUTOBUSNIEUWS groepen collega’s van andere bedrijven voor een dagje HTM uitgenodigd. Ook HTM- mensen konden dan op die wijze eens in de keuken kijken bij de collega-bedrijven waarbij ook met hun bussen gereden kon worden. Deze uitwisselingen hebben toen heel veel ‘goodwill’ gekweekt en kregen de chauffeur van de bedrijven veel begrip voor elkaar en vooral begrip voor elkaars werkzaamheden.
De legendarische HTM-268. De foto werd gemaakt nadat de bus weer helemaal was opgeknapt om nog lange tijd dienst te doen in de Residentie met een tekst waar velen trots op wagen.En… zo komen we aan bij de legendarische HTM-268. Die wagen was dus een DAF die in die tijd de meeste kilometers had gereden. De redactie van HET AUTOBUSNIEUWS organiseerde een bijeenkomst met onder andere een groep hobbyisten om te proberen de ‘268’ wat langer in dienst te houden omdat in die tijd in Amsterdam een gelijksoortige bus aan het publiek werd getoond vanwege het feit dat die bus een miljoen kilometers onder de wielen heeft zien wegglijden. Zo werd contact gelegd met de werkplaats en van daaruit werd toestemming verleend iets speciaals voor deze bus te doen. De wagen kreeg een extra ingrijpende technische onderhoudsbeurt en samen met hobbyisten werd in vrije tijd de schilderskwast ter hand genomen met de door de werkplaats beschikbare gestelde bussen verf. Het resultaat was dan ook dat deze oude bus weer als een ‘goudhaantje’ de weg opging. Een klap op de vuurpeil (in die tijd iets heel ongewoons) dat op de bus een tekst was aangebracht ‘ meer dan 800.000 km. gereden’ om de reizigers er op te duiden met een bus te rijden met een goede staat van dienst. Zo heeft de ‘268’ nog heel lang dienst gedaan en droegen de monteurs er een extra steentje aan bij.! Maar ook kwam de tijd dat deze volhouder bij HTM het veld moest ruimen. Sloop bleek geen opties zodat de bus toch nog werd verkocht. De wagen verdween naar Suriname waar deze oudgediende nog lange tijd heeft gereden om eindelijk ergens in een bos te worden neergezet en te worden afgedankt.!
Op een gegeven moment kreeg HTM twee kleine CSA-1 bussen in een oranje kleur in bruikleen. Het waren twee Mercedes bussen afkomstig van collega-bedrijf in Dordrecht. Deze twee wagens werden op de lijndienst gezet zodat HTM er de nodige ervaringen mee kon opdoen. Deze wagens hebben overigens niet erg lang op de lijnen gereden en verdwenen weer even geruisloos van het Haagse toneel. Voor Bart R. brak er een belangrijke periode aan. In die tijd zag zijn eerste boek het licht. Samen met HTM organiseerde hij een boekpresentatie waarbij een behoorlijk aantal hoofdrolspelers en nabestaanden, die in het boek ‘Het mysterie van de L-7788’, vanuit Engeland en ui de Oostbloklanden naar Den Haag kwamen om deze presentatie en herdenkingen mee te maken. Het verhaal in het boek gaat over een ‘crash’ van een RAF- vliegtuig die in 1940 in Leidschendam terechtkwam en waarvan de inzittenen een zeer zware tijd tegemoet gingen. Om deze mensen tijdens die presentatie gedurende vier dagen te vervoeren was het noodzakelijk om bij collegabedrijf de NZH enige bussen te lenen. Daarover werd al heel snel een akkoord behaald. Waarom NZH- bussen.? HTM mocht toen nog niet met eigen bussen buiten de regio rijden. Dat betekende dat Bart R. en een collega zeven dagen in dienst moesten komen bij de NZH om zo gerechtigd te zijn om met die NZH- bussen met mensen te mogen gaan rijden. Zo ging hij met de toenmalige voorlichter Hans Derksen naar Leiden om onder toeziend oog van een NZH- regiochef proef te gaan rijden met een NZH- bus. Zo kwamen de ‘6674 en de 2878’ naar Den Haag en werden onderhouden en gestald in de voormalige werkplaats aan de Viaductweg. En zo verliep deze boekpresentatie van een aantal dagen die z’n weerga niet kenden.!Zo weer met beide benen op de grond. De herinnering is er nog duidelijk. De eerste CSA-1 wagens raakten uitgediend en een nieuwe serie diende zich aan. De ‘138’ was de eerste die uitdienst werd genomen. In de werkplaats werd de kop van de wagen gezaagd en bewaard voor eventuele calamiteiten. De 300- serie die nu binnendruppelden waren bussen met een merkwaardig motorgeluid. Ze waren stug en hadden een onmogelijk verzonken stuurwiel. Menig lange chauffeur had constant oorlog met deze stuurwielen. Op een dag na een dienst op lijn 23 reed ik vanaf het Tesselseplein in Duindorp richting garage toen ter hoogte van de Laan van Poot de bijna gloednieuwe ‘310’ tegen een bovenleidingmast zag staan waarbij de schade enorm was. Voor de werkplaats was het ondoenlijk om deze wagen in eigen beheer te herstellen en zo verdween deze bus naar Hainje in Heerenveen. Daar heeft die busbouwer de ‘310’ een nieuw carrosserie gegeven. De ‘310’ was na herstel zeer herkenbaar vanwege het feit dat de schortplaten niet het bekende donkergrijs hadden maar een beigeachtige kleur hadden die bij de TET standaard was. Zo heeft deze bus nog heel lange tijd mee rondgereden.
Het is ook de tijd dat HTM een CSA-1 op Volvo basis in huur had van de firma NEBIM. Het was een proefbus die bij verscheidene vervoerbedrijven was ingezet. Later is HTM gaan experimenteren met een aantal Volvo bussen in bruikleen van de Stadsdienst Maastricht. Deze wagens hadden een behoorlijke tijd bij HTM op de lijndienst gereden. Maar ook aan dit project kwam weer een einde. HTM zag kennelijk weinig in het merk Volvo en zo vertrokken deze bussen weer naar het zuiden des lands. Bij HTM kwamen evenwel weer nieuwkomers binnen, de 400- serie, de 401 t/m 430. De bussen waren toch wel wat moderner, hadden een andere versnellingsbak en waren als laatste nog uitgevoerd met een carrosserie type CSA-1. In die beginperiode ondervonden we veel problemen met deze bussen, laten we zeggen kinderziektes. Maar na verloop van tijd van aanpassen en sleutelen zijn het toch heel erg fijne wagens geworden die veelal op lijn 23 te vinden waren. Zoals op de foto van de ‘430’ in het bijgaande album te zien is heeft Bart R. het wel naar z’n zin. Het was immers één van zijn favoriete wagens.! Maar de CSA-1 liep als bus ook op z’n einde.
De ‘Tweede generatie stadsbus’ deed z’n intrede. Het waren de CSA-11’s met hun crème en lichtrode kleurenstelling. De CSA-II was een degelijke bus met voor die tijd toch wel wat mogelijkheden. Zo verkregen we de ‘613’, een CSA-II op proef die aardgas als brandstof had. Zo ver de herinneringen gaan is er ook een CUMULO- bus op proef geweest. In die tijd was ik actief in de zogenaamde ACB- commissie, een commissie die over de techniek van en aan de bussen hun hoofd mochten breken. In die commissie werd het onderwerp CUMULO (dat is een systeem dat remenergie opslaat in een vliegwiel) diverse malen aan de orde gesteld. Zo’n CUMULO- bus is toen bij HTM korte tijd op de lijndienst geweest waarbij Bart R. zich nog altijd heel goed kan herinneren er een dienst mee te hebben gereden op zijn favoriete lijn 23. Helaas hebben we destijds verzuimd om van deze wagen de nodige foto’s te maken.!Het was met de CSA-II heel goed rijden en een ieder kon er zijn draai in vinden. Op een gegeven moment werd het aardgasproject weer van stal gehaald en werden enkele CSA-II wagens omgebouwd voor het rijden op aardgas. Het rijden met zo’n wagen mag gezien worden als een genot. De motor hoorde je bijna niet en de resultaten waren positief. Maar zoals bijna gebruikelijk liep ook dit experiment ten einde en verdwenen de Haagse aardgasbussen naar het GVB- in Amsterdam waar men wel een vervolg aan dit experiment gaf. Door het wegvallen van deze Haagse bussen ontving HTM drie GVBA, CSA-II wagens in ruil om de opengevallen plaatsen weer gevuld te krijgen. In het CSA-II tijdperk ontwikkelde HTM zich wat meer op het groepsvervoer. Er werden tour- en semitour wagens aangeschaft naar model CSA-II. Heel goed weet ik me nog te herinneren dat we met de ‘446’ een week naar Zwitserland gingen om daar wat nieuwe technische snuifjes in het openbaar vervoer te bekijken. In het album hebben we twee foto’s opgenomen, één in Basel en één op weg naar Zurich.
Het was ook de tijd dat lijn 27 werd opgeheven. En… daar moesten wij als redactie van ‘HET AUTOBUSARCHIEF’ natuurlijk bij zijn. Met een spandoek hebben we de laatste ritten met de uniek beschilderde ‘331’ op ludieke wijze gereden. En zo geraakten we ook terecht in de periode waar menig chauffeur nog met goede gevoelens aan terugdenken. Eens kregen we een bus op basis van DAF- 220. Het was een eenling, een vreemde bus met een heel hoog chauffeurs gedeelte. Menig keer heb ik deze ‘600’, later omgenummerd in ‘601’ op de dienst meegenomen. Lelijk was ie niet en reed best wel naar behoren. Maar het bleef een vreemde eend in de bijt. Later is deze bus nog lange tijd ingezet geweest ten behoeve van de toen zo bekende Rode Kruis- ritten. De wagen ging uit dienst en werd verkocht. Ooit hebben we hem teruggevonden als promotiewagen van Prodent…tandpasta.
In deel 2 zullen we ons toeleggen op de periode van HTM waarbij de bussen in het wit op de weg verschenen. De oude garde degelijke bussen moesten plaats maken voor geavanceerde lage vloer wagens, een nieuw fenomeen in OV- land.
In het fotoalbum zijn alle bussen opgenomen waarmee Bart R. in al die jaren bij HTM heeft gereden en nog dienst mee doet.KLIK HIER voor het fotoalbum.
Bart R.
(vervolg te lezen in deel 2).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten