vrijdag 10 september 2010

Bart R. en de CSA-I

Bart R. en de standaardbussen tijd bij HTM,
de CSA-I wagens

In navolging van mijn ervaringen met de oude HTM-558, de AEC-Verheul, nu mijn ervaringen met de wijnrode CSA-I wagens. In mijn beginjaren bij HTM waren de meeste bussen dus van het type CSA-I. De serie in mijn begintijd liep toen van de 101 t/m 250. Het waren betrekkelijk eenvoudige bussen, oersterk met een beperkt motorvermogen. Rook was in die tijd de gewoonste zaak van de wereld. Uitlaatgassen bedoelen we en in die tijd schreef de media dat dieselrook niet schadelijk was.!
Bart R. in de HTM-268 met de bekende opschriften, Deze bus is een markante verschijning geworden.
Voordat ik verder ga even een anekdote tussendoor: als je vroege dienst had en s’ morgens in de prille uurtjes de stalling binnenliep dan moest je haast op de tast je bus gaan zoeken. De hele garage was dan gevuld met een dikke blauwe rook van de bussen die met een koude motor gestart werden. Je kon haast met een mes een blokje rook eruit snijden. Dit was in die tijd overigens de gewoonste zaak en we waren trouwens niet anders gewend.
Terug naar de bussen. De eerste wagens waren gebouwd door carrosseriebouwer Verheul. Verder waren de meeste van een opbouw voorzien door bouwer Hainje in het Friese Heerenveen en zelfs nog een aantal door Den Oudsten destijds zetelend in Woerden. De 101 t/m 120 waren eigenlijk de fijnste wagens waarmee ik ooit bij HTM heb gereden. Snel, goed schakelend en prettig voor de chauffeur. Echter, een Webasto-kachel bestond bij HTM nog niet. Links naast de chauffeur stond een grote hendel, dat was de handrem die je pompend moest gebruiken. De tachograafklok was gemonteerd in de uitstapbak van de achterste uitstapdeur vanwege het feit dat men nog geen lange kabels voor handen had. Het gaspedaal had een lange kabel naar de motor. Die kabel brak wel eens en dan ja stond je aan de kant in afwachting van een monteur.
Niet alle CSA-I bussen waren uitgerust met een mobilofoon. Moest je dan contact willen maken met de ‘Centrale Post’ dan stopte je bij een willekeurige winkel en moest je bedelen om de telefoon even te mogen gebruiken. Nog een anekdote: De HTM-110 was uitgerust met een luchthoorn, zeg maar een scheepshoorn. Reed er een fietser voor je en gebruikte je dat ding, dan maakte deze hoorn zo’n hard geluid dat je de fietser bijna van zijn rijwiel blies. Om deze hoorn te gebruiken was in de cabinevloer een koperen pen gemonteerd waarop je moest trappen. Nu wilde het ongeluk dat als de pen wat was versleten er stof en zand tussen ging zitten. Dan bleef de pen ingedrukt zitten en de hoorn maar loeien net zolang tot je voorraad lucht op was. Dat gebeurde overigens niet zelden.!
Tja daar staat Bart R. bij zijn bus waar een stel wielen vanaf gelopen zijn. De brandweerkraan moest worden ingezet om de kreupele bus weg te halen.
Ach het waren leuke tijden. Eindpunt accommodaties bestonden toe niet. Een sanitaire stop betekende even een boom opzoeken. Pas later kwamen er toilethokjes en sommige huisjes waar je koffie kon drinken. Daar zat een heuse mini koffieautomaat in. Maar denk nou niet dat het genieten was van deze koffie. Het was bijna niet om te drinken en je lippen bleven er van vastgeplakt zitten. Die oude DAF-jes hadden ook nadelen. Was het nat weer en de voorruitkachel stond vol te draaien dan mocht je blij zijn dat je op je volledig dicht zittende voorruit je twee rondje schone ruit kreeg van elk 10 centimeter doorsnee. De oplossing voor dit probleem was een passagier aanwijzen die een doek in zijn handen kreeg gestopt waarmee hij voortdurend de ruiten moest schoonvegen anders kon er niet worden gereden, en dat wisten de reizigers maar al te goed…
De winter had natuurlijk ook zo zijn charme… en de vele problemen.! Dan reed je in die bussen met een lange overjas aan die tot je enkels reikte, een dikke wollen das om en handschoenen aan. En die verrekte pet op je hoofd waarvan de rand diep in je huid drong waar je barstende koppijn van kreeg. Dan ging je gewapend met een doek en een fles anti-vries aan je dienst beginnen. Je moest dan de ruiten ermee insmeren wilde je wat kunnen zien. Ruitverwarming, daar had men in die tijd nog nooit over gehoord. Toch was het een leuke tijd. Vooral in Rijswijk hadden we wel eens lol. Daar had je ‘de bult’, een brug over het spoor. Nu wil het dat met name de eerste DAF-jes een versnellingsbak hadden die wel eens wilde slippen. Zat je dan helemaal vol met passagiers dan kon het gebeuren dat als je bijna boven aan ‘de bult’ was de bak begon te slippen en je niet verder meer kon. Dat betekende dat een aantal reizigers moesten uitstappen om de bus even over dat laatste stukje over ‘de bult’ moesten duwen. Was dat gelukt dan konden deze mensen met zwart geworden handen weer instappen en kon je de rit vervolgen.!
Met de HTM-268 hadden we als chauffeur iets speciaals. Deze wagen had ruim 800.000 kilometers gereden en dat schreeuwde als enige wagen om bekendheid. We knapte in vrije tijd de bus op, het grijs van de bus werd opgehaald en de wagen kreeg een beplakking met de tekst ‘meer dan 800.000 gereden’. Zo hebben we deze wagen nog lange tijd in dienst weten te houden met veel steun van de Technische Dienst. Toen de wagen eindelijk HTM moest verlaten heeft dit oudje nog lange tijd zijn werk voortgezet in Suriname. De HTM-289 was ook al zo’n bijzonder ding. Als proef werd een luchtstartmotor aangebracht. Was wel leuk want als je de motor startte was het net of iemand met een luchtboormachine aan het werk was.!
Zoals in ons verhaal over de HTM-558 al eerder beschreven, werd deze oude AEC opgevolgd door de HTM-135. Deze wagen werd omgebouwd tot telbureau c.q. promotiebus en heeft nog heel wat jaartjes als zodanig bij HTM dienst gedaan. De 300-serie waren tamelijk afwijkende bussen als de wagens die we gewend waren. Het waren stugge bussen met een vreemd motorgeluid. En… een onmogelijk verzonken stuurwiel waar je de hele dienst oorlog mee had omdat de spaken je knieën in de vernieling hielpen.
Daar zit ie dan, Bart R. in zijn HTM-430 een wagen die hij lang heeft gekoesterd.
Het was ook de tijd van de beroemd geworden ‘Behendigheidswedstrijden’. Deze wedstrijden waren in een woord geweldig, de fijnste tijd uit de HTM-geschiedenis, eensgezindheid, samenwerking en enorme aantallen toeschouwers bij deze evenementen. Alles kon in die tijd.! Ook deze periode raakte aan een eind en juist rond die tijd meldde de 400-serie zich bij HTM aan. In de eerste periode van deze serie bij HTM bezorgde menigeen heel wat grijze haren. Het schakelen van deze bussen ging gepaard met heftige klappen waardoor je haast van je stoel viel. Het heeft de Technische Dienst heel wat werk gekost om dit euvel te verhelpen maar na een zware periode werden het hele fijne bussen om mee te rijden. Een toppertje voor mij was de HTM-430 waar ik heel veel mee heb gereden, een geweldige wagen.
Echter de tijd van het wijnrood moest ook het veld ruimen en moest plaats maken voor de CSA-II. Oerdegelijke bussen in het lichter rood met crème. Vele CSA-I bussen vonden hun einde bij slopers. Enkele hebben dat einde nog een tijd kunnen uitstellen door elders nog aan de slag te kunnen gaan. Slechts weinigen zijn heden ten dage nog te bewonderen.!
Maar laten we deze tijd afsluiten door wat informatie te geven bij de foto’s in het bijgaande prentenboek. We zien de CSA-tjes in alle vormen en in diverse situaties als wel leuke locaties. Vanaf de HTM-101 die bij HTM in dienst kwam en zelfs bij zijn afvoer hebben we foto’s bijgevoegd. Verder in het album allerlei beelden van de CSA-tjes tijdens de ‘Behendigheidswedstrijden’, op de dienst, beschilderd tot aan de sloop. We zien de 297 die samen met de 296 de wagens waren van ‘meneer De Boeff’, de hoofdinstructeur voor de opleiding van chauffeurs. Leuk is de foto (uniek) van de vijf beschilderde bussen op rij op het achterterrein op de veiling in Poeldijk. We zien de HTM-231. Ook toen had men al een probleem van: moet het vignet nu links of rechts zitten.!!
Afsluitend de oude HTM-216 in Poeldijk voorgoed aan de kant gezet en…. ja de HTM-421 in dienst in Bakoe in Azerbeidzjan. Met deze wagens is HTM destijds ‘groot’ geworden en als we terugkijken is het bijna weer een eeuwigheid geleden. Waar blijft de tijd….?
KLIK HIER voor het fotoalbum.

Bart R.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten